D'n Uutlaot in de jaren 1959 t/m 1968

In 1959 werd voor de eerste maal het 'Elfde van d'n Elfde bal' gehouden. Op dit bal maakte de nieuwe Prins Jacques Schik zijn entree op een pony. Tevens werden enkele nieuwe leden van de Raad van Elf geïnstalleerd uit de dorpen Stevensbeek en Ledeacker. Totdat in beide dorpen enkele jaren later een eigen carnavalsvereniging zou worden opgericht, zouden telkens twee leden van de Raad van Elf afkomstig zijn uit deze dorpen. Ook in de carnavalskranten en de proclamaties van de Prinsen werd toen telkens gesproken over d'n Uutlaot als carnavalsvereniging voor de Zeikmeiken, Hanen èn Snèwbulten.
Het jaar erop in 1960 was er weer een Prins Jacques (van Kempen deze keer). Na zijn aftreden als Prins van d'n Uutlaot dacht Jacques dat hij 't met de carnaval weer rustig aan zou kunnen gaan doen, maar niets bleek minder waar. Hij werd overgehaald om te blijven met de woorden 'Gij gaot in 't bestuur en ge hèt hart niet, degge d'r onderuut gaot! Zo is Jacques toen blijven 'plékke' bij de carnavalsvereniging. Jarenlang heeft hij de verzorging van de carnavalskrant in zijn eentje op zich genomen.

De nieuwe prinsen kwamen die jaren telkens uit een ander 'bouwsel' dat steeds gemaakt werd door verenigingstechnicus Koos Arts. In 1961 verscheen Jan Vloet bijvoorbeeld veilig opgeborgen in een koeienbuik en de nieuwe prins kon daar slechts met moeite door middel van een keizersnee uit bevrijd worden.
In 1962 was het de eerste secretaris van d'n Uutlaot Jacques van den Borne die prins werd. Jacques heeft in de beginjaren erg veel voor de vereniging gedaan.

In 1964 was de beurt aan de toen nog slechts 21-jarige Prins Gerrit (Ed) Vloet om op een scootertje zijn entree te maken als nieuwe prins van d'n Uutlaot. Alle ervaring die Gerrit hier opdeed nam hij later mee naar Bakel, waar hij nogmaals de prinsensteek mocht dragen. Prins Jan II Tonies was in 1965 Prins in Sint Tunnis. Van hem mag vermeld worden dat hij bij zijn afscheid een 'woordje" tot zijn onderdanen richtte, dat precies 43 minuten duurde. Een record dat hopelijk nooit verbeterd zal worden.

Tot en met 1965 waren alleen ongehuwde Sint Tunnisse jongemannen prins geworden van d'n Uutlaot, maar in 1966 werd met deze traditie gebroken. De bekendmaking van Prins Jo Hermsen kwam voor velen daarom ook als een totale verassing. In 1967 was Jo Bontrup de 10e Prins van d'n Uutlaot en omdat men in die jaren de jubilea elke 5 jaar vierde, staat ook hij te boek als een Jubileumprins van d'n Uutlaot. Het eerste echte (11-jarige) jubileum is nooit gevierd.

De eerste jaren mochten de deelnemers aan de (kinder-)optocht niet ouder zijn dan 20 jaar. Deze vertrok toen vanaf de Zuivelfabriek en ging door de Kolonel Silvertoplaan, de Breestraat en de Hoefstraat via de Molenstraat naar de Brink, een hele afstand voor de (soms nog kleine) kinderen! Dat men in deze jaren een vooruitziende blik had, blijkt uit een verslag van de optocht in de Gelderlander uit 1968. De 1e prijs ging dat jaar naar een wagen met als onderwerp 'De Rotonde'. Op een kort voor carnaval gehouden raadsvergadering was de suggestie naar voren gekomen om door middel van een rotonde de nieuw nog aan te leggen weg tussen Sint Anthonis en Boxmeer te verbinden met de zes wegen die er op aangesloten zouden moeten worden. Weliswaar heeft het nog zo'n 4 x 11 jaar geduurd, maar uiteindelijk is hij er toch gekomen.

Terug